Marijke Megens en Andre Schalken
Marijke Megens en Andre Schalken, respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van de Cliëntenraad van het ETZ, zeggen het eensgezind: ‘We zijn positief kritisch maar prikkelend.’ Opkomen voor de belangen van de patiënt, is het motto van deze ‘club’ van tien personen. Vogels van divers pluimage, maar allemaal vrijwilligers die iets hebben met de zorgverlening in en door het ziekenhuis.
Megens zegt het met nadruk: ‘Patiënten hebben het recht mee te praten en mee te denken over alles wat hen in ons ziekenhuis aangaat. En daar staan wij voor. Soms vindt de Raad van Bestuur ons lastig, maar daarbij blijft onze onderlinge relatie steeds goed. Bij ons staat echter het belang van de patiënt voorop en dat strookt soms niet goed met het systeem of de efficiency in de bedrijfsvoering.’
Ze noemen zich de ‘luis in de pels’, zeggen Megens en Schalken. ‘We zijn onafhankelijk en geven gevraagd en ongevraagd advies. We zijn echter geen klachtenbureau voor patiënten die een persoonlijk conflict hebben. Daar zijn andere wegen voor’, leggen de twee bestuursleden uit.
Cliëntenraden in ziekenhuizen hebben een wettelijke basis die is vastgelegd in de wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ). Voor hun functioneren is budget uitgetrokken en krijgen zij ambtelijke ondersteuning van de zorginstelling.
Om in kaart te kunnen brengen wat er zowel om en in het ziekenhuis speelt, zowel in Tilburg als in de regio, overlegt de raad van het ETZ regelmatig met de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen en andere medewerkers in de organisatie.
‘Vaak staan we ook gewoonweg in de hal van het ziekenhuis, om de bezoekers te vragen naar hun ervaringen. Zo kwamen we er recent achter dat lang niet alle patiënten overweg kunnen met de vergevorderde De Cliëntenraad van het ETZ
digitalisering. De manier waarop men zich bijvoorbeeld tegenwoordig moet aanmelden voor het bloedprikken zorgt voor veel verwarring. Niet alle mensen snappen dat nieuwe systeem met codes en aanmeldzuilen.’
Agenda
Ieder jaar stelt de raad een soort agenda op met speerpunten. Bovenaan
het lijstje staat steevast ‘toegankelijkheid’. Niet alleen of de patiënt met een fysieke beperking overal – zoals op het parkeerterrein – terecht kan, maar ook het ziekenhuis kan benaderen na de digitalisering en de daarbij mogelijk ontstane barricaden. ‘De digitale ontwikkelingen in de zorg lijken voor grote groepen in de samenleving immers hoge drempels op te werpen’, zegt Megens. ‘De groeiende verschillen in sociale status in onze maatschappij zien we helaas ook terug bij de toegang tot de zorg. Patiënten moeten bijvoorbeeld overal voor in gaan loggen op ons digitale systeem, terwijl grote
groepen dat niet kunnen. Laaggeletterden, ouderen of mensen met een (visuele) beperking lukt het gewoon niet. Recent is de wijze van inloggen opnieuw veranderd.
Wij zijn daar voortdurend over in gesprek. Niet leuk voor iedereen binnen het ziekenhuis, maar wij zijn er voor het belang van de patiënten, we zijn geen
Ondernemingsraad.’ ‘De patiënt moet in alles centraal staan’, zegt Schalken.
‘We tekenen daarbij wel aan dat we als raad ook de patiënt zelf willen aanspreken. Werken in de zorg is geen makkelijk vak en de patiënt van nu is veel zieker dan vroeger als die op zeker moment in het ziekenhuis belandt. Heel veel zaken gaan goed en de werknemers in het ETZ verrichten prima werk. Wij proberen dan ook patiënten ervan te doordringen dat zij ook zelf een deel van de regie in handen moeten nemen of in handen van naasten moeten leggen. Wij zijn in Nederland de afgelopen jaren heel erg ontzorgd en moeten nu opnieuw leren zelfredzaam te zijn.’

