Esther van Laarhoven en Remco Luyten
Ruim 8.000 maal per jaar stellen de specialisten van het ETZ een Digitaal Advies
Consult (DAC) op na een verzoek van huisartsen. Daarmee kunnen zij passende
zorg leveren aan hun patiënten. Huisartsen en specialisten samen voorkomen bij
gemiddeld 75% van deze hulpvragen een verwijzing naar de poliklinieken na het
inwinnen en geven van een digitaal advies.
‘Dus we besparen flink op de zorgkosten en verlagen tegelijk de druk op de zorgverlening in het ziekenhuis’, zeggen huisarts Esther van Laarhoven en ETZ
reumatoloog Remco Luijten. ‘Het DAC is een groot succes’, vult hij aan. ‘Wij als huisartsen zijn er ook blij mee’, beaamt Van Laarhoven.
Het project Digitaal Advies Consult is vier jaar geleden gestart in het kader van Juiste Zorg Op de Juiste Plek. Huisartsen kregen de mogelijkheid specialisten ‘online’ advies te vragen. Opzet was patiënten in de eerstelijn te houden in plaats van een doorverwijzing naar het ziekenhuis mee te geven.
Luijten: ‘In het ziekenhuis zijn we destijds voorzichtig begonnen, met vier specialismen. In kort tijd is het DAC over alle specialisten uitgerold.’
Van Laarhoven: ‘Vanaf het begin deden meer dan 170 huisartsen in Midden-Brabant mee. Die zijn over het algemeen enthousiast over het gebruik van DAC. Je bouwt kennis op, en bij een vergelijkbare nieuwe hulpvraag hoef je niet direct weer advies te vragen omdat je uit eerdere ervaringen kunt putten. Sommige specialismen lenen zich beter voor het DAC dan anderen, bijvoorbeeld dermatologie waar eenvoudig foto’s kunnen worden toegevoegd ter ondersteuning van de vraag.’
Luijten: ‘We leren samen. Bijvoorbeeld hoe we vragen moeten stellen en hoe we ze beantwoorden. Hierdoor wordt het mogelijk om met dezelfde capaciteit de stijgende zorgvraag in het ETZ het hoofd te bieden. Immers, door de vergrijzing krijgen we in het ziekenhuis steeds meer patiënten met een complexe vraag.’ Bij aanvang luidde de vrees dat het ziekenhuis via de invoering van het DAC zaken ‘over de schutting’ zou
werpen, op het bord van de huisarts.
Van Laarhoven: ‘Dat is niet gebeurd, maar we zitten nu wel in een spagaat. Kunnen we het er als huisartsen wel bij blijven doen? De druk op onze praktijken neemt ieder jaar toe, de randvoorwaarden die de eerste 2 jaar golden – vergoeding voor het extra werk – zijn er echter niet meer. Terwijl de praktijkkosten stijgen, gaan onze tarieven niet mee omhoog.’
Bij sommige beroepsgroepen wordt om minder actie gevoerd, geven Luijten en Van Laarhoven gezamenlijk toe. ‘Dat doen werkers in de zorg niet.’
De zorgverzekeraars, mede aan de basis van het DAC, wrijven inmiddels in hun handen. Ieder jaar ruim 8.000 DAC’s in Midden-Brabant, betekent veel minder mensen
naar de specialist en dus meer goedkopere eerstelijns zorg.
Luijten: ‘We kunnen spreken van een geslaagde uitrol.’ Een winstwaarschuwing is echter op z’n plaats, beamen beide artsen. ‘Zorgverzekeraars let op. Als de
financiering bij de huisartsen ontbreekt kon het door een toenemend aantal verwijzingen zo maar eens weer drukker worden op de poli.’
Van Laarhoven: ‘Al is de stakingsbereidheid onder huisartsen gering om de geschrapte vergoedingen weer terug te krijgen.
